3 gekke sporten waarop je kan wedden

Laatst bijgewerkt: maandag 19:29 uur

Bij sportweddenschappen denken we natuurlijk al snel aan wedden op voetbal, tennis of basketbal. Er zijn echter nog heel wat andere sporten waarop je kan wedden. Floorball, een sport die steeds vaker wordt gespeeld op Nederlandse scholen, is hier een voorbeeld van. Maar je kan ook wedden op langlaufende schutters of op balsportbeoefenaars met een steel tussen de benen.

Biatlon
Bij onder meer Ladbrokes is het mogelijk om te wetten op biatlon. Dit is een skisport die bij ons niet zo bekend is. Eigenlijk gaat het om een langlaufwedstrijd, waarbij de deelnemers op bepaalde punten even moeten stoppen om met een geweer op een doel te schieten. Voor elk gemist schot, moeten ze een extra strafronde langlaufen. De sport vindt zijn oorsprong in het Noorse leger, waar het een populaire oefening was voor de Noorse soldaten. Later breidde de sport zich over Scandinavië uit en vond het zijn weg naar de Olympische Spelen. In Nederland zijn er nauwelijks biatleten. Trainen kan enkel in Bergschenhoek, maar dit is verre van ideaal: het terrein wordt onder andere gedeeld met bootcampers en de schietbaan is er verzakt.

Floorball
Floorball is een sport die ergens tussen hockey en bandy zit. Net als in ijshockey bestaat een team uit vijf veldspelers en een keeper. De keeper moet steeds op de knieën zitten. Er mag continu gewisseld worden en het spel is enorm intens, waardoor linies vaak niet langer dan twee tot drie minuten spelen. Het floorballveld is even groot als een handbalveld en de spelers kunnen zowel achter als voor het doel spelen.

Het doel van het spel is om de bal met de stick in het doel van de tegenstander te schieten. Een wedstrijd duurt zestig minuten, met na elke periode van twintig minuten een pauze van tien minuten. De sport is in de jaren ’70 in Zweden ontstaan en is eind jaren ’90 in Nederland geïntroduceerd. Vooral in het onderwijs wordt floorball steeds vaker gespeeld.

Quidditch
Zwerkbal of quidditch is een sport die aan de Amerikaanse universiteiten groot is geworden, waarna het in 2011 naar Europa overwaaide. In Nederland groeit de sport snel en intussen heeft ons land zelfs een nationaal team: de Flying Dutchmen. Bij quidditch spelen twee teams van zeven spelers tegen elkaar. Bij de teamsamenstelling dient men rekening te houden met de 9¾-regel: maximaal vier spelers binnen een team mogen zich met hetzelfde gender identificeren (man, vrouw of non-binary). Elk team bestaat uit drie chasers die de doelpunten moeten maken, twee beaters die de bludgers hanteren, een keeper die de ringen bewaakt en een seeker die de snitch moet zien te pakken. De spelers dienen tijdens de wedstrijd steeds een steel tussen de benen te houden.

Bij het spel worden vijf ballen gebruikt. De slurk is een volleybal die voor 80% is opgeblazen en die wordt gebruikt om te scoren in de ringen van het andere team. De drie bludgers zijn voor 80% opgeblazen trefballen die worden gebruikt om andere spelers te raken, zodat zij een time-out krijgen. Omdat elk team twee beaters heeft die de bludgers mogen hanteren, heeft een van de teams twee bludgers en het andere team slechts een. Dit is wat bludger supremacy wordt genoemd. De snitch is ten slotte een tennisbal in een gele sok. De snitch wordt vastgemaakt aan de snitch runner, een onpartijdige persoon die binnen een aangeduide zone rondloopt en die tracht te voorkomen dat de seekers de snitch kunnen grijpen. Scoren levert tien punten op, de snitch vangen levert dertig punten op.